WESTERLING – EEN BROEDERSTRIJD
Als echte militair ben je loyaal aan je overste, zorg je voor rust in chaos en volg je zonder twijfel orders op. Zelfs als het om je eigen familie gaat. Maar wat als je op latere leeftijd begint te twijfelen aan je daden? Hoe ga je van trots en schuld – naar het accepteren van wie je was – tot wie je daadwerkelijk bent?
De muziektheatervoorstelling ‘Westerling’ vertelt over het leven van de Molukse ex-militair Mozes onder bevel van de Nederlandse Kapitein Raymond Westerling. Westerling was een van de meest omstreden figuren tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd tussen 1946 en 1948. Tijdens de Politionele Acties in voormalig Nederlands-Indië werd hij als leider van de ‘Speciale Troepen’ ingezet om rust en orde te brengen. Maar uiteindelijk schreef hij mee aan een pijnlijk wrede bladzijde uit onze koloniale geschiedenis.
REGISSEUR ANIS DE JONG | ‘Het concept voor de voorstelling kreeg vorm toen ik een oude machinefabriek op de voormalige scheepswerf van de Koninklijke Maatschappij De Schelde (KMS) in Vlissingen bezocht. Meer dan de helft van de Molukse militairen die in Zeeland woonden en het KNIL dienden ging na ontslag op die scheepswerf aan het werk.
Ik ben een 2e generatie Nederlandse Molukker. Geboren in 1952, in het voormalige concentratiekamp te Vught en opgegroeid in Oost-Souburg in Zeeland. Mijn vader was ook een ex-KNIL-militair. De onafhankelijkheidstrijd van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS) werd in onze omgeving volop besproken, maar praten over de Politionele Acties, oftewel de Nederlands-Indonesische koloniale geschiedenis, was er niet bij.
Net als bij de internationale muziekvoorstelling ‘KRUIT!’ laten we in ‘WESTERLING, een broederstrijd’ vanuit verschillende persoonlijke perspectieven die vergeten gedeelde geschiedenis zien, horen en vooral voelen.’
ACHTERGROND | In Nederland heeft de dekolonisatieoorlog decennia lang de naam ‘Politionele Acties’ gedragen. De Nederlandse regering heeft pas in 2005 officieel spijt betuigd over de slachtoffers die toen zijn gevallen. Premier Rutte erkende tijdens zijn bezoek aan Indonesië in 2016 dat het te lang heeft geduurd voordat Nederland de gebeurtenissen tijdens deze episode onder ogen heeft durven zien. Minister Koenders, de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken, stelde ook dat we in de spiegel van ons eigen verleden moeten durven kijken.
Natuurlijk is er meer nodig om als samenleving ‘in het reine te komen’ met het Nederlands geweld dan een minister die excuses uitspreekt. In voormalig Nederlands-Indië hebben militairen destijds structureel massa-geweld gebruikt, zo concludeerde historicus Rémy Limpach in september 2016 na jarenlang onderzoek. Hij vond bewijs voor verschillende oorlogsmisdaden: martelingen, verkrachtingen, executies en het platbranden van dorpen. Limpach tekende het allemaal op in zijn boek ‘De brandende kampongs van Generaal Spoor’. In zijn bespreking van dit boek schreef Anton Stolwijk in de Groene Amsterdammer – ‘Om het drama van de Indonesische dekolonisatie te begrijpen is een omslag nodig in het denken over kolonialisme.’